6 - Lou Strik en Kurt Löb
Het beantwoorden van vragen bij gedichten was op mijn middelbare school een ‘normaal’ onderdeel van de lessen Nederlands. Het boek was, als ik het mij goed herinner, geschreven door Lodewick. Ik trof het met een geweldige leraar Nederland die mij op mijn weigering dit soort absurde vragen te beantwoorden de opdracht gaf voor de volgende les een uitgebreid stuk te schrijven ter verdediging van mijn weigering. Na lezing en beoordeling was zijn reactie dat ik het niet meer hoefde te doen. Vanzelfsprekend moest ik aan de eindtoets poëzie wel meedoen. Ik hoefde mijn docent gelukkig niet teleur te stellen: ik ‘beloonde’ hem met een 10.
De poëzie waarover in deze toets de vragen gesteld werden, was die van Leo Vroman, werk dat ik goed kende. Het kon dan ook eigenlijk niet anders dan dat de Atalanta Pers in haar eerste jaren aan hem een uitgave zou gaan wijden, dus nam ik contact met hem op. Natuurlijk heb ik Vroman van mijn poëzie-ervaringen op de middelbare school verteld. Ook deze kennismaking was het begin van een langdurig contact dat resulteerde in verschillende uitgaven.
Meer over Leo Vroman in aflevering 13.
De eerste uitgave met poëzie van Leo Vroman was “Oorlog” (1.1.9) met daarin een kritisch gedicht van hem, geen toevallige keuze natuurlijk. Aan beeldend kunstenaar Lou Strik, die ik kende uit de wereld van de verzamelaars van het ex libris, vroeg ik daarbij een kopergravure te maken.
De keuze voor deze beeldend kunstenaar werd mede ingegeven door mijn grote bewondering voor het ambacht, de ongelooflijke beheersing van de techniek, het graveren in staal. Om dezelfde reden nodigde ik hem enkele jaren later uit om in de al even moeilijke en door weinigen beheerste techniek van de houtgravure een prent te maken bij een tekst van Joeri Trifonov (1.1.23): “…de koude nadert…”.
Omdat ik een plan opvatte om in de loop van de jaren ook de samenwerking aan te gaan met vormgevers van naam, vroeg ik aan Kurt Löb de vormgeving voor dit boek te doen (zie zijn aanwijzingen bij een proefdruk). Om redenen die ik niet meer kan achterhalen, heb ik nooit echt een vervolg aan dit plan gegeven. Ik vermoed dat ik vormgeving een te fijn onderdeel van het hele maakproces vond om die uit handen te geven. De enige uitgaven waarbij voor de vormgeving anderen betrokken werden, zijn "Tegen de tijd" (1.1.47) [met Alje Olthof / Marlous Bervoets] en "Honderd seizoenen Atalanta Pers" (1.1.68) [ met Floor van Essen ].
De verschillende grafische technieken hielden mijn belangstelling. Ik breidde het atelier zelfs uit met een etspers en een lithopers. Ook een grote zeefdruktafel werd aangeschaft. Er zouden nog verschillende uitgaven verschijnen waarin deze technieken werden toegepast.
Vorige | Volgende |