16 - Vier galeristen
Als liefhebber van de kunsten zijn galeries altijd vertrouwde en graag bezochte plekken voor ons geweest. We keken veel en met plezier en als het kon kochten we natuurlijk ook kunst aan.
Toen we begonnen met het maken van boeken kregen die galeriebezoeken ook een extra functie. We ontmoetten er kunstenaars van wie het werk ons nieuwsgierig maakte en met wie we wellicht samen zouden kunnen werken. En mogelijk had ook de galeriehouder interesse in zo’n project. Ook hier leidden ontmoetingen tot boekuitgaven en kwam van het een het ander.
Vier galeriehouders die hierin een rol hebben gespeeld wil ik hier noemen.
1
De eerste galeriehouder die een inspirerende invloed heeft gehad op mij en zo ook op de Atalanta Pers was Geerth van der Zee. Werkzaam in het onderwijs begon hij de Onderwijs Kunst Klub ( OKK ) in Oostzaan, waar hij op een laagdrempelige, gedreven manier en tegen aantrekkelijke prijzen kunst verkocht, voornamelijk grafiek en keramiek. Hij was zelf een verwoed kunstverzamelaar en bezat een van de grootste collecties exlibris.
In zijn galerie werden in de beginjaren van de Atalanta Pers twee uitgaven gepresenteerd, beide met werk van beeldend kunstenaar Guy van Assche (zie afl. 2): “Paul van Ostaijen, enkele gedichten” (1.1.3) en “Elementair” (1.1.4).
Ook heeft Geert van der Zee op verschillende plekken in binnen- en buitenland vrij grafisch werk van mijzelf geëxposeerd en ondergebracht in enkele collecties.
2
Bram Volkers van Galerie Asselijn in Amsterdam was de plek waar ik diverse beeldend kunstenaars ontmoette en waar we niet alleen zelf kunst kochten, maar ook verschillende eigen uitgaven presenteerden.
Het begon met de presentatie van de eerste uitgave die we met beeldend kunstenaar Henri Plaat (zie afl. 17) maakten, “Verre plekken die herinnerd blijven” (1.1.25).
Na een ontmoeting met Herman Wouters die destijds soms in de galerie werkte maar zelf ook beeldend kunstenaar was, brachten we in hetzelfde jaar “Suite voor een bruid” (1.1.26) uit. Wouters maakte voor deze uitgave enkele houtsneden bij werk van Frans Budé, een dichter die ik via Huub Beurskens (zie afl. 7) had leren kennen.
Ook in hetzelfde jaar presenteerde Asselijn een tweede uitgave met Henri Plaat (1.1.29). Een derde kunstenaar met wie we hier kennis maakten en gingen samenwerken was Oey Tjeng Sit (zie afl. 17).
3
Met Galerie Josine Bokhoven, ook in Amsterdam, kwam ik via Hans Landsaat (zie afl. 12) in contact. In 1991 exposeerde ik hier eigen vrij werk. Bij die gelegenheid werd ook de uitgave “Vreemde vondsten” (1.1.40) gepresenteerd met poëzie van H.C. ten Berge en kleurenlinosneden van mijzelf.
Ook ontmoette ik hier beeldend kunstenares Marie Luc Grall die ook bij deze galerie exposeerde. Met haar zou ik later in samenwerking met vertaler Ton Naaijkens twee uitgaven uitbrengen met werk van Paul Celan: in 1995 “Stretto” (1.1.45) en in 2020 “Er zal een gaan zijn” (1.1.126).
4
Paul van Rosmalen van Borzo Gallery in Amsterdam ontmoette ik via Ton Frenken (zie afl. 14). De in 2006 in memoriam deze kunstenaar uitgebrachte uitgave “In het wit van de stilte” (1.1.71) is hier gepresenteerd. Deze samenwerking kreeg in 2010 een vervolg met de uitgave “Zwart is een kleur” (1.1.84), een portret in woord en beeld van beeldend kunstenaar Ko Oosterkerk, bij Borzo Gallery gepresenteerd bij de opening van een overzichtstentoonstelling van Oosterkerks werk. Het is een van de vele kunstenaarsboeken waaraan ik met ongelooflijk veel plezier en inzet heb gewerkt. Dat geldt ook voor een ander kunstenaarsboek dat in samenwerking met Borzo is gemaakt en daar is gepresenteerd: “Uit de leegte” (1.1.92), eveneens een portret in woord en beeld, nu van beeldend kunstenaar Masha Trebukova. En ook dit is een uitgave die ik nog graag in de hand neem en waarvan ik geniet, zowel wat de inhoud als wat de uitvoering betreft.
Vorige | Volgende |